De arbeidsmarkt flexibiliseert in een hoog tempo. Met name de financiële crisis van de afgelopen jaren heeft aan dit proces van flexibilisering bijgedragen. Bedrijven hadden, en hebben, het flexibele deel van de arbeidsmarkt nodig om te overleven in deze moeilijke economische tijd.
De laatste jaren zijn bedrijven dan ook terughoudend om werknemers vaste contracten aan te bieden. In plaats daarvan kiezen werkgevers en/of de werknemer voor meer flexibele overeenkomsten zoals tijdelijke contracten, het zzp-schap en payrolling.
Payrolling is een dienst die door dochterbedrijven van uitzendbureaus wordt aangeboden. Het gaat hier om een constructie waarbij werkgevers werknemers inhuren die alleen op papier in dienst zijn van het payrollbedrijf. Zodra de werkgever de opdracht opzegt, mag het payrollbedrijf de werknemer direct ontslaan.
Flexconstructies populair
Voor werknemers blijken flexconstructies populair aan het begin en het einde van de loopbaan. Tieners en begin twintigers werken relatief vaak op een tijdelijk contract. Veertigers, vijftigers en zestigers werken relatief vaak als zzp-er. Hoeveel flexwerkers er precies zijn is onduidelijk: de schattingen lopen uiteen van een kwart tot eenderde van alle werknemers.
Zeker is wel dat het aantal flexwerkers de laatste jaren stijgt. Dit geldt met name voor banen waarvoor weinig kennis nodig is. Laag opgeleide vrouwen hebben het vaakst een flexibel contract.
Arbeidsmarktdeskundigen beoordelen de toename van flexwerkers verschillend. Sommigen van hen benadrukken vooral het voordeel dat flexibilisering met zich meebrengt voor werkgevers en bepaalde groepen werknemers. Anderen geven aan zich zorgen te maken over een mogelijke tweedeling onder werknemers: goed beschermde werknemers met vaste contracten aan de ene kant, tegenover flexwerkers met weinig zekerheid.
Flexibilisering roept belangrijke vragen op over de juiste mate van (ontslag)bescherming van werknemers met tijdelijke én van diegenen met vaste overeenkomsten. Hierover zullen de sociale partners (werkgevers, vakbonden en de overheid) maar ook de individuele werkgever en werknemer de komende jaren over in gesprek moeten blijven. Des te meer omdat flexibilisering geen tijdelijk verschijnsel is, maar de arbeidsmarkt juist naar verwachting steeds meer zal gaan kenmerken.
Samenvatting van: “Flexwerk? De arbeidsmarkt regelt het zelf wel”, NRC Weekend 5 november 2011.